Visserijmethodes
De visserij kent door de jaren heen vele methodes, elk met hun eigen techniek en geschiedenis. Sommige van deze methodes worden vandaag de dag nog steeds gebruikt, terwijl andere inmiddels verboden zijn. Op en rond Texel worden zowel traditionele als moderne visserijtechnieken toegepast.
Garnalen boomkor
De boomkor speelt een essentiële rol in de garnalenvisserij, waarbij tuigen tot wel 9 meter breed worden ingezet. Garnalen worden opgeschrikt door een klossenpees – een lijn van rubberen klossen die over de zeebodem rollen. Deze klossen bewegen het zand en de bodem op zo’n manier dat de garnalen zich verplaatsen, waarna ze in het net worden gevangen.
Een animatievideo van de garnalenboomkor.
Platvis boomkor
De boomkor wordt eveneens ingezet voor het vangen van platvis. Grote boomkorkotters gebruiken tuigen die wel 12 meter breed zijn, waaraan de netten bevestigd zijn. Platvis, die op de zeebodem leeft, moet eerst worden opgeschrikt om van de bodem te komen. Dit gebeurt door de zogenaamde "wekkers" – kettingen die voor de netten hangen en over de zeebodem rollen. Deze beweging laat de vis opschrikken, zodat ze in de netten terechtkomen. In tegenstelling tot de garnalenvisserij hangen de wekkers hier los van het net, wat de techniek uniek maakt.
Na het boomkorvissen worden de netten - gevuld met platvis - geleegd aan boord.
Sumwing
De traditionele boomkorvisserij vergt veel brandstof, doordat de tuigen zwaar moeten zijn om de netten goed op de bodem te houden, en doordat ze niet gestroomlijnd zijn. Om deze reden ging de visserijsector op zoek naar kostenbesparende alternatieven. In 2007 werd de Sumwing geïntroduceerd, een vleugel die het zware boomkortuig vervangt. De netten en wekkerkettingen blijven hetzelfde, maar de Sumwing zorgt voor aanzienlijk minder weerstand in het water. Dit komt doordat de ronde buis met zware sloffen vervangen is door een gestroomlijnde vleugel. De vleugel heeft een "neus", die bepaalt hoe dicht de Sumwing bij de bodem komt. Dit zorgt ervoor dat de grond minder wordt omgewoeld, wat zowel de bodem als de brandstofkosten ten goede komt. Vissen met de Sumwing levert tot wel 15% brandstofbesparing op ten opzichte van de traditionele boomkor.
Deze video demonstreert hoe mooi, gestroomlijnd een Sumwing door het water glijdt.
Staandwantvisserij
Staandwantvisserij is een eeuwenoude methode waarbij netten rechtop in het water worden gezet en op hun plek blijven liggen. Vissen zwemmen erin en blijven met hun kieuwen vastzitten in de mazen. Het is een passieve manier van vissen. Sinds dit jaar (2025) is de TX 21 Pieter van Aris begonnen met deze visserijmethode. Lees hier meer

Foto ter illustratie
Pulskor
De pulskor is een geavanceerde versie van de traditionele boomkor. In plaats van de gebruikelijke wekkerkettingen worden bij de pulskor elektrodes ingezet – stroomdraden die voor het net hangen en over de bodem gesleept worden. Deze elektrodes geven kleine stroomstootjes (pulsen) af, die de vis, die net op of vlakbij de bodem ligt, opschrikt en in het net terechtkomt. De stroomintensiteit is laag, zodat de vis enkel wordt verstoord en niet gedood of verdoofd. Dit maakt het systeem effectief, omdat de vis in staat is om omhoog te springen en in het net terecht te komen. Met de pulskor kan 20 tot 40% brandstof worden bespaard ten opzichte van de traditionele boomkor. Bovendien blijkt dat deze techniek minder ondermaatse vis vangt, aangezien kleinere vis minder gevoelig is voor de stroomstootjes..
Jaap van der Vis (TX36), Pieter Aris van der Vis en Cor Daalder (TX68) over de pulsvissen en Sumwing.
Pulswing
De Pulswing is een innovatieve combinatie van de Sumwing en de pulskor, die alle voordelen van deze visserijtechnieken combineert. Het resultaat is minder ondermaatse vis, verminderde bodemberoering en minder weerstand in het water. Dit levert een indrukwekkende brandstofbesparing van ongeveer 50% ten opzichte van de traditionele boomkorvisserij met wekkerkettingen.
Deze video toont een animatie van het Pulswingvissen met de TX36.
Handbeugelen
Kokkels worden met de hand gevangen tijdens laagwater op de zandbanken van de Waddenzee en de Oosterschelde. Tot 2005 werden kokkels ook mechanisch gevangen. Deze mechanische methode werd in de jaren '50 ontwikkeld door Texelaar Piet Slik. Hierbij sleepte de kotter een aantal netjes voort, met daarvoor een grote waterslang die de kokkels de bodem uit spoot. Helaas is deze methode verboden. Sindsdien loopt de kokkelvisser achteruit en trekt een grote hark met een klein netje door de bodem, waarmee de kokkels uit de grond worden geharkt. Zodra het netje vol is, leegt de visser het in een rubberbootje dat hij bij zich heeft. Wanneer het bootje vol is, wordt het naar de kotter gebracht om leeg te maken, waarna de visser zijn werk weer hervat. Een kokkelkotter fungeert niet echt als visserijvaartuig, maar meer als een verzamelschip voor de kokkels die handmatig worden gevangen. Deze traditionele manier van vissen bestaat al sinds circa 1900.
Willem Anton Schagen (TX96) demonstreert het handbeugelen op de Waddenzee.